Na de bloei ondersteunt Tercol de knolkwaliteit en de vitaliteit van het gewas

De bloei is bij de meeste aardappelpercelen inmiddels voorbij. Dit betekent dat de plant een nieuwe, cruciale fase is ingegaan: de eindfase van de teelt. In deze periode is het van groot belang dat het loof gezond blijft, zodat het via fotosynthese optimaal suikers kan produceren. Deze suikers worden via het vaatstelsel naar de knollen getransporteerd, waar ze worden omgezet in zetmeel. Gezond loof draagt zo direct bij aan een goede knolvulling en knolkwaliteit.

Ondersteunen knolkwaliteit

Door het warme weer beginnen zwakkere percelen in te zakken, wat ten koste gaat van zowel opbrengst als knolkwaliteit. Het behoud van vitaal loof is in deze fase dan ook essentieel. Tercol ondersteunt de plant hierin. De biostimulant heeft een voedende en plantversterkende werking, bevordert de vitaliteit van het gewas en verhoogt de weerbaarheid in de bodem en rondom de knollen. Hierdoor blijven de planten langer actief en worden sterke, gezonde knollen gevormd met een goede schilkwaliteit.

Startmoment

De volvelds vloeibare toepassing van Tercol vindt plaats aan het einde van de teelt, doorgaans wordt gestart tussen eind juli en half augustus, afhankelijk van de vroegheid van het ras. Voor een optimaal effect is het belangrijk het product toe te passen bij voldoende water: bij voorkeur vlak voor een regenbui of voorafgaand aan beregening. Zo trekt het goed in de bovenlaag van de rug en verspreidt het zich rond de knollen.

✅ Efficiëntere opname van beschikbare nutriënten vanuit de bodem.

✅ Goede schilkwaliteit en vitaal loof.

✅ Minder abiotische stress op het loof en verhoogde weerbaarheid rondom de knollen.

Pireco-advies:

• • Tercol L: 10 l/ha, 3x starten na bloei. Interval 10-14 dagen.

Disclaimer:
Onze producten worden met de grootste zorg ter voldoening aan de hoogste eisen vervaardigd. Wij kunnen echter resultaten niet garanderen. Voorts kunnen wij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor verlies, schade of andere nadelige gevolgen, welke direct of indirect kunnen voortvloeien uit het gebruik, het vervoer en/of het in voorraad hebben van dit middel.