Succesvol trips te lijf met roofmijten en plantversterkers

Ieder voorjaar zie je meer trips in het gewas. Met spuiten kom je er niet bij en vaak is het ongedierte resistent. Wat doe je dan? Maarten Sonneveld van Amazone Amaryllis in Vierpolders zet sinds drie jaar biologie in tegen de plaaggeesten in zijn gewas. “In 2019 was het probleem met trips zo groot dat ik het wel over een andere boeg moest gooien.” Wat zijn de resultaten tot nu toe?

Maarten erkent dat hij niet de eerste teler is die gebruikmaakt van biologie. “Misschien ben ik wel de laatste”, geeft hij lachend toe. “Ik heb eerst de ontwikkelingen gevolgd. Bovendien had ik weinig last van trips. Onze locatie is erg geïsoleerd waardoor we geen last hebben van insecten die bij de buren vandaan komen zoals in het Westland gebeurt. Na de nieuwbouw in 2009 kregen we ineens een beetje trips, maar dat was op te lossen met spuiten.”

Nieuwe methode
Als er in 2019 ineens heel veel trips in het gewas zit, kiest Maarten voor een andere aanpak. “Ik streef ernaar zo schoon en biologisch mogelijk te produceren. Toen spuiten niet meer werkte, koos ik een jaar later voor biologie.” Met Henk van der Meer, technisch specialist gewasbescherming bij Van Iperen, besluit hij de roofmijt Swirski in te zetten. Henk: “Deze roofmijten zitten in een zakje die je in het gewas hangt. We zetten bij de start veel zakjes uit om in een korte tijd veel roofmijten in het gewas te krijgen. De mijten kruipen vanzelf uit de zakjes om de tripslarven aan te pakken. Het voordeel is dat ze in het hele gewas komen. We voeren de roofmijten bij met stuifmeel (Nutrimite). Stuifmeel is een bewuste keuze. Je kunt bij amaryllis niet wekelijks voermijten inzetten omdat de zemelen in de schacht van de bloem gaan zitten en schimmel veroorzaken.” Vrij snel lijkt de nieuwe methode te werken. Maarten: “Het eerste jaar, in 2020, startten we in juni. Dat was eigenlijk aan de late kant, maar het werkte wel. We willen continu een hoge piek van roofmijten. Die is bepalend voor het succes. De eerste twee jaar ging het al goed; we zagen de aantallen trips geleidelijk afnemen en de populatie roofmijten toenemen. Dit jaar gaat het nog beter. Ondanks het warme weer is er in de derde week van augustus nauwelijks trips te zien. Dat is belangrijk omdat in oktober de tuin schoon moet zijn. Amaryllis is een eenmalige oogst. Als er trips in het gewas zit, zie je direct schade op de bloemblaadjes.”

Volste vertrouwen
In 2020 start Maarten met natuurlijke plantversterkers van Pireco. Maarten: “Op een beurs raakte ik in gesprek met Willem Piet, adviseur bij Pireco. De groene producten spraken mij aan. Uiteindelijk koos ik voor de biostimulant Folisec.” Willem: “Folisec bestaat uit verschillende kruiden, algen, zeewier en knoflook. De combinatie van diverse kruidenextracten maakt dat Folisec het gewas robuuster maakt in een geïntegreerd teeltsysteem. En dus de natuurlijke vijanden ondersteunt.” De combinatie van Swirski en Folisec blijkt een goede zet. Maarten: “De werking van knoflook tegen trips kende ik nog uit de rozenteelt. In de periode van 1 maart tot 1 oktober laat ik Folisec meedruppelen bij het gewas. Het is een kostenpost, maar de resultaten zijn boven verwachting. Daarom wil ik erover vertellen, voor het algemene belang. Als ik trips signaleer, zetten we Swirski in. Dat herhaal ik als het nodig is en ik voer de mijten bij. Ik heb het volste vertrouwen in deze strategie.” Henk deelt het vertrouwen van Maarten. “In juli en augustus is er kans op ‘invlieg’ van buiten. Als je zorgt dat de populatie roofmijten op peil is, levert dat geen problemen op. De roofmijten eten de larven op.”

Combinatie
De aanpak bij de amaryllisteler is geslaagd. Henk: “We zien positieve effecten van Folisec, maar het blijft moeilijk hard te maken wat er precies gebeurt. Hoe dan ook, we kunnen concluderen dat de combinatie van meedruppelen van Folisec, het inzetten van Swirski en bijvoeren met Nutrimite tot dit goede resultaat heeft geleid. Ik raad daarnaast aan in december of januari eenmalig bodemroofmijten in te zetten. Deze ruimen de poppen van de trips op.”

Uitdagingen
Maarten is blij met het succes van de biologische bestrijding van trips, maar hij ziet nog uitdagingen voor de toekomst. “In de amaryllisteelt kunnen ook de wolluis, de narcismijt en cicaden voor problemen zorgen. Het zou mooi zijn als we hiertegen eveneens biologie kunnen inzetten. Ik heb zo’n tien jaar geleden stikstof gedeeltelijk vervangen door chloor wat het gewas harder maakt. Dat heeft een positief effect op ziekten en plagen. We blijven er in ieder geval bovenop zitten en het gewas continu in de gaten houden.”

Artikel geschreven door Van Iperen.